Landbouwpercelen worden soms gebruikt voor niet-landbouwactiviteiten en evenementen, bijvoorbeeld de aanleg van leidingen, het houden van een paardenconcours of de tijdelijke opslag van bagger, zand of bouwmaterialen. Dit kan gevolgen hebben voor de uitoefening van de landbouwactiviteiten en daarmee voor de subsidiabiliteit van deze gronden.
In de nationale wetgeving is bepaald dat geen sprake is van noemenswaardige hinder voor de uitoefening van de landbouwactiviteiten, wanneer de duur van de niet-landbouwactiviteiten op het perceel maximaal 90 dagen in het jaar van aanvraag is.
Anders dan RVO.nl stelde, betekent dit volgens de rechter niet dat als de niet-landbouwactiviteiten langer dan 90 dagen duren, er zonder meer sprake is van noemenswaardige hinder en daarmee de grond niet subsidiabel is. Dit moet per geval beoordeeld worden.
Agrariƫrs Datum: 12 juli 2018