Woensdag 07 juni 2017

Terechte mestboete voor hobbyboer

Een hobbyboer hield in 2014 drie pony’s, twee jaarlin­gen en drie veulens op een oppervlakte van 3,85 ha grond. In dat jaar werd tevens een aanzienlijke hoe­veelheid mest aangevoerd. Bij een controle consta­teerde de NVWA dat de gebruiksnormen voor dierlijke mest en fosfaat werden overschre­den. De staatsse­cre­taris legde vervolgens mestboetes op.

De rechtbank oordeelde dat de mestboetes terecht wa­­ren opgelegd. Uit de definitie van landbouw volgens de Meststoffenwet volgt niet dat winstoogmerk een ver­eiste is. Het hobbymatig houden van paarden, pony’s en veulens en het aanwenden van mest voor de teelt van gras is daarom aan te merken als land­bouw in de zin van de Meststoffenwet. Beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden vielen de activiteiten onder het begrip bedrijf.

In hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven voerde de hobbyboer aan dat de boetes ten onrechte aan zijn voormalige vennootschap onder firma (VOF) waren opgelegd. De VOF was al twaalf jaar geleden uit het Handelsregister geschreven. Er kunnen geen boetes worden opgelegd aan een VOF die niet meer bestaat.

Het college was het hier niet mee eens. De hobbyboer had in 2014 onder naam van de VOF naar buiten toe handelingen verricht. Zo werd in 2014 op naam van de VOF bedrijfstoeslag aangevraagd. Inschrijving in het Handelsregister is niet bepalend voor het wel of niet bestaan van een VOF.

De hobbyboer voerde verder aan geen bedrijf te zijn. De pony’s werden puur hobbymatig gehouden, zonder enig winstoogmerk en het gewonnen hooi werd ge­bruikt als voer voor de dieren. Fiscaal was er ook geen sprake van een bedrijf. In diverse publicaties van RVO en NVWA wordt de grens tussen hobbymatig en be­drijfs­matig houden van paarden gelegd bij een stikstof­productie van 350 kg per jaar. De door de NVWA vast­gestelde productie bedroeg slechts 139 kg.

Het college was, gelet op de feitelijke situatie, van oor­deel dat de VOF terecht was aangemerkt als bedrijf. Daartoe nam zij in aanmerking dat de VOF drie pony’s, twee jaarlingen en drie veulens bezat en dat zij een niet geringe oppervlakte grond in gebruik had, die was aangewend voor het weiden van de dieren en het winnen van voer. Bovendien was de grond gebruikt voor het aanvoeren en uitrijden van mest, waarvoor de VOF deels een vergoeding had gekregen. Verder wer­den jaarlijks gemiddeld twee veulens gefokt voor de ver­koop. Tot slot hechtte het college belang aan de om­­standigheid dat van 2009 tot en met 2014 uitbeta­ling van de bedrijfstoeslag was aangevraagd én uitbe­taald. Onder deze omstandigheden kon niet worden ge­zegd dat de VOF in 2014 slechts hobbymatig dieren hield. Dat de productie van dierlijke mest minder dan 350 kg stikstof zou bedragen, leidde gezien de hier­voor genoemde feiten, niet tot een ander oordeel.

Het hoger beroep werd ongegrond verklaard.

Agrariërs Datum: 7 juni 2017
Urenmutatie invoerenUrenmutatie invoeren Personeel aanmeldenPersoneel aanmelden Personeel aanmeldenAdministratie online

Van Opijnen & Voskuil

Van Opijnen & Voskuil Fiscaal en Financieel advies
ADe Standerd 10 A
  3774 SC Kootwijkerbroek
T0342 44 3103
F0342 44 4692
Einfo@opijnenvoskuil.nl

Wilhelm marketing